21.Sanne bemoeit zich ermee
‘Dus beelden en geluid komen tegelijk binnen.’ Kees, de baas van Iris en Lucas, kijkt op van het beeldscherm.
Sanne leunt tegen de deurpost van het kamertje dat van haar opa was geweest. Het staat nu vol apparatuur.
‘Gisteravond probeerde een van de blauwtjes het apparaatje van het plafond af te halen. Hij beet er zelfs in,’ zegt Iris grinnikend.
‘Daar zijn beelden van?’ vraagt Kees.
‘Zeker. We hebben alles al naar Jacqueline doorgestuurd.’
‘De geluiden moeten vertraagd afgespeeld worden,’ zegt Sanne. Ze voelt haar gezicht rood worden; ze had oma beloofd zich er niet mee te bemoeien!
De drie kijken haar aan.
‘Want ze praten heel hoog en snel,’ voegt ze nog toe. Ze mag ze toch wel helpen?
22.Nog even
‘Ha, Lucas! Ga zitten.’ Jacqueline verschuift wat paperassen op haar bureau en kijkt hem stralend aan. ‘Geloof het of niet,’ zegt ze. ‘Die wezentjes hebben een taal, een echte taal, net zoals wij.’
‘Dus dat kind had gelijk,’ mompelt Lucas.
‘Wat?’
‘O, niets. Dat is geweldig nieuws, Jacq! Kun je het al vertalen?’
Ze lacht. ‘Nee, daarvoor is het te vroeg.’
Lucas’ mobiel klingelt. ‘Een berichtje van Iris. Momentje.’ Hij kijkt Jacqueline opgetogen aan. ‘Er zijn nog meer blauwtjes gearriveerd.’
‘O, maar dat is geweldig! Die zullen elkaar heel wat te vertellen hebben. Ergo: meer data en dus een grotere kans voor ons om hun taal te ontcijferen.’
‘Nog even en we kunnen met ze communiceren?’
Jacqueline knikt. ‘Zeker weten!’
23.Weer samen
Morre schrikt wakker uit zijn middagdutje. Er klinkt geroezemoes. Het zijn stemmen. Veel stemmen. Zouden dat … ? Hij springt op, trekt haastig zijn wada aan en rent naar buiten. Zegge staat daar en Egge en … zijn hele familie!
‘Jola!’ roept hij.
Een vrouw vliegt op hem af en springt hem om de hals.
‘Ik heb iedereen meegenomen,’ zegt Egge tegen Zegge. ‘Het is daar onveilig, daar leeft een sluiprover.’
‘Die oranje-witte?’ zegt Morre. Hij rilt. ‘Die heeft haar broer gegrepen.’
Jola knikt en kijkt droevig.
‘Dan blijven jullie hier,’ beslist Zegge. ‘Een paar kunnen er nog wel bij in het huis, de rest zal zelf wat moeten bouwen.’
Morre slaakt een diepe zucht en omhelst zijn vrouw. ‘We zijn weer samen!’
24.Zielig
‘Oma! Het huis is klaar!’ Sanne toont trots het nieuwe huis dat ze van lego heeft gemaakt. Het dak ligt ernaast. ‘Hier zijn drie slaapkamers rond een hal en daarboven nog drie. In iedere kamer passen twee blauwtjes, dan hebben ze nu meer dan genoeg slaapplaatsen. Iris heeft aan het plafond al zo’n afluisterdinges gemaakt.’
‘Mooi!’ zegt oma. ‘En een galerij langs de bovenste kamers. Je hebt zelfs bedden gemaakt.’
‘Met matrassen van watten. Daar heb ik die lapjes omheen genaaid.’
‘Dus daar had je ze voor nodig.’
‘Ja! Zullen we het huis samen naar ze toe brengen? Wat zullen ze blij zijn! Ik vind het zo zielig dat er een paar buiten moesten slapen.’
‘Ja, dat is zeker zielig.’
25.Baby
Oma en Sanne komen thuis van boodschappen doen.
‘Erg nat geworden?’ vraagt Iris.
‘Ja bah! Die regen duurt al dagen!’ zegt Sanne. Ze hangt haar jas op.
‘Ik heb wat leuks te laten zien.’
Oma loopt door. ‘Ik kom zo.’
Sanne loopt het kamertje binnen, waar Iris wat aan de computer doet. ‘Kijk eens!’ zegt ze.
Sanne geeft een gilletje van plezier. ‘Een baby!’
‘Wat?’ Oma komt binnen.
‘De blauwtjes hebben een baby! Kijk, oma!’
‘Ach jee, wat lief.’
‘Jacqueline zal hier blij mee zijn,’ zegt Iris. ‘De blauwtjes hebben er een onderwerp bij om over te praten en dat is voor ons een grotere kans om hun taal te leren.’
‘Dan kunnen we met ze praten!’ roept Sanne uit.
Mijn reactie op Invasie in blauw laat ik nu net bedacht hebben dat de titel voor mijn marthonroman Blaauwe mus moet zijn… ☺
Ook sterk!